zaterdag 28 juni 2014

MACHUCHA of een verhaal over walvissen en vuile schoenen.

Geachte lezer

Om aan te geven dat ik nog leef schrijf ik hier nog een kort stukje over een iets langere reis die Annemarie en ik recent maakten. Het begon allemaal op een doodgewone woensdagavond. We stapten op de bus richting Cuenca. Cuenca is een aangename stad in het zuiden van Ecuador die stikt van de buitenlanders. Ze ligt op 400km van Quito. De hele nacht op de bus zitten dus.

Aangekomen 's morgens vroeg in Cuenca, vroegen we aan de taxichauffeur of hij toevallig geen goedkoop hotelletje kende voor 2 studenten die niet veel nodig hebben en ook niet bereid zijn daar veel voor uit te geven. De man zei uiteraard en hij zette ons af bij 'El Capitolio'. De kamer die ons aangeboden werd, was eenvoudig en zonder veel luxe. De man vroeg ons $40. Omdat we niet veel zin hadden om te 'tjoolen', bleven we daar en konden de prijs naar $30 brengen. Ja hoor! In Ecuador kan men zelfs op een hotelkamer afdingen! Annemarie was het beu dat de man dan nog eens onvriendelijk was en wilde weggaan. 'Voor die prijs mag hij toch wel ne keer lachen zeker.' Toen we hem dit gingen zeggen, bleek een terugbetaling onmogelijk. De man stak al het ontvangen geld namelijk onder een deurtje en had daar de sleutel niet van. Hij kon ons wel elk $5 teruggeven, want we hadden tenslotte van de prijs afgedaan. Een listige truc had ons de das omgedaan! Als even later de deur wagenwijd openstaat, krijgt Annemarie het toch niet zo lichtjes op de heupen. Het kan allemaal hier.

We lieten het niet aan ons hart komen en vertrokken op tocht. We namen een kijkje in Cuenca met de tourbus, gingen bovenop de kathedraal staan en het was een gezellige voormiddag. In de namiddag hadden we afgesproken met Arielle een Zwitserse vriendin van ons die in Cuenca op uitwisseling is. We gingen naar Girón, een klein dorpje op 40min van Cuenca. In de busterminal wachtten we haar op en niet volgens Zwitserse gewoonte was ze bijna een uur te laat. Ze had nog 2 Duitse vriendinnen bij. Deze bleken bijzonder veel weg te hebben van Dagobert Duck en stonden Annemarie en mij niet echt aan héhé. In Girón is er een waterval. Eigenlijk is er niet veel meer dan dat. Annemarie, Dineke en ik keuvelden wat beneden terwijl onze Duitse niet-zo-vriendinnen helemaal tot het verste punt bovenaan liepen. Dat vatte Dineke met een mooi 'ze moeten er hun dollar inkomgeld toch uithalen' samen. Dineke is dan nota bene nog eens een Nederlandse... We luisterden nog naar de voetbal en keerden terug. Die avond gingen we nog gezellig iets eten met Amber en werden we up-to-speed gebracht over alle roddels in en rond Cuenca.


De volgende dag bezochten we Parque Nacional el Cajas. Een nationaal park die het zuiverste water in Ecuador zou bevatten. Cajas is een groot merencomplex met lijkt-op-paramobegroeiing. De rit ernaartoe leek eenvoudig, maar zou nog wat in petto hebben. Je moet de bus naar Guayaquil nemen om daar te geraken. De assistent-chauffeur ging ons waarschuwen als de tijd gekomen was om af te stappen. Je raadt het al. De man in kwestie was het vergeten. Zo geschiedde dat ik me even later vragen begon te stellen, want ik was er al eens geweest en nu waren we echt wel al lang onderweg. Als ik op het raampje klopte verontschuldigde de man zich enkele keren en zei dat we gewoon de eerste de beste bus terug moesten nemen. Alle bussen gaan richting Cuenca, want er is maar 1 weg. Het was slechts 4km volgens de meneer. Samen met een Zuid-Afrikaanse en een Jamaicaan waren we daar dus gestrand. Aangezien de ons beloofde bussen uitbleven, liftten we terug. Na een 10-tal minuten hadden we prijs en iemand nam ons mee achteraan in de pick-up. Op de achterbank lag een dekentje met daaronder duidelijk iemand. We konden echter niks van die persoon zien en de wildste scenario's ontsproten daar achteraan die pick-uptruck. Onze chauffeur reed als een gek en scheurde met gierende banden over de krinkeldewinkelweg. We waren toch niet bepaald op ons gemak.

Daar aangekomen na een wilde tocht, wilden we natuurlijk een mooie wandeling maken in het prachtige natuurdomein. We hadden een route van ongeveer 1 maximum 2u in ons hoofd. Heel eenvoudig wist de parkwachter ons te vertellen. Gewoon hier naar links en de pijltjes volgen. Al snel raakten we op het verkeerde pad en waren goed voor de route van 4u. Het was wel leuk en het park is echt prachtig. Annemarie gleed meer weg dan ik hihi. Er werd heel wat afgelachen tijdens de tocht. We waagden ons zelfs aan drinken van een watervalletje. Ik hield er niets aan over dus de puurheidsstatus houdt stand! Na 3u komen we aan bij de boswachterspost. We kwamen aan moe, afgepeigerd, vuil en alsof het nog niet erg genoeg was dat we er niet in geslaagd waren Annemarie onderweg kwijt te spelen, hadden die Nederlanders ook nog eens met 5-1 gewonnen. Tot zover het Cajas-avontuur.

We gingen nog een wafel eten bij Jan van W@ffles de Belgic@ en werkten ook nog frietjes met stoofvlees binnen bij Filip. Bij Jan kochten we nog een pot spaghettisaus en werkten die de volgende dag in de bus naar Guayaquil gretig naar binnen. Ook een bezoek aan oma en opa Freire kon niet ontbreken en het werd een gezellige avond. We gingen de volgende dag 's morgens dus van Cuenca naar Guayaquil en vandaar naar Puerto Lopez. Annemarie vertelde me dat naar het toilet gaan in de busterminal in Guayaquil een kwestie van 'Survival of the Fittest' is. Het walvissenseizoen zou al begonnen zijn dus vertrokken we op hoop van zege. Moesten er nog geen walvissen te zien zijn dan zou een **kg verdikte Annemarie in bikini het klusje wel klaren.

In Pto. Lopez gingen we op walvissenjacht en we zagen er ook veel. Echt een fantastisch zicht! We waren behoorlijk onder de indruk. Ik mocht vooraan de boot plaatsnemen. Eerst zat ik daar alleen en had ik alle plaats. De anderen durfden niet en keken de kat uit de boom of met andere woorden keken de Bernd van de boot. Toen alles al bij al veilig leek, kwam er rechts van mij een Oostenrijker zitten en even later ook links van mij. Dit zorgde ervoor dat er geen reling meer overbleef om mij om aan vast te houden. De zee was een beetje wild en een grote golf deed ons allemaal de lucht in wippen. De 2 Ötzi's grepen zich vast aan de reling terwijl ik hulpeloos richting zeeniveau vloog. De ene Ötzi kon mij nog vlug bij de arm grijpen en ik zette mijn been tegen de reling. Een blauwe plek had me van een beter zicht op de walvissen gehouden. Annemarie zat me vierkant uit te lachen en wist me achteraf te vertellen dat de kapitein een droge 'oeps' uitgebracht had. Voor de rest gewoon uitrusten op het strand en genieten met een grote kans op voetbal kijken uiteraard (dit tot ergernis van Annemarie (nog 15 dagen en 't is voorbij AM!)). Onze blonde vriendin was het tasje van haar fototoestel vergeten en vroeg aan de vriendelijke verantwoordelijke van 'Hostal Machalilla' (daar verbleven we en hij had ons de trip aangeboden). Er was een probleem. De kapitein was namelijk zat (borrachito oftewel zatjes, die eufemistische Ecuadoraantjes toch!). Na enkele keren heen en weer bellen, stond er binnen de 10 minuten iemand aan ons hotel om Annemarie haar tasje te overhandigen. Het moet gezegd worden: we waren onder de indruk!

Die dag brachten we nog een bezoek aan Playa Los Frailes. Dit is een mooi strand en je mag er niks eten of drinken. We bleven er een uurtje, gingen huiswaarts, genoten nog wat meer van het strand en toen was het ook alweer tijd om richting Quito te gaan. Ondertussen zit dikke Annie alweer terug in Belgie en hopelijk gaat het daar nog goed. Niet te veel wenen omdat je me mist, lieve schat.

Hartelijke groeten

Pedrito

zaterdag 21 juni 2014

De Tussenstand.

Recent kwam ik in het Xchange blad van YFU. Hier plaats ik nog even het artikel:



"Beste lezer

Er werd mij gevraagd een klein stukje te schrijven voor het YFU-blad. Bij deze doe ik dat dus, speciaal voor u, de nieuwsgierige lezer. Ik zal mijn uiterste best doen om u het een het ander bij te brengen over mijn gastland, mijn tweede thuis: Ecuador. In een vorige editie schreef Amber al een stuk over Ecuador dus sommige dingen zouden wel eens kunnen overlappen, maar het wordt net interessant als dat niet het geval is!

Ecuador is een klein land in Zuid-Amerika dat -'obviamente'- op de evenaar oftewel 'equator' ligt. Het is ongeveer 3 keer groter dan ons Belgisch vaderland en heeft als bekendste toeristische attractie de wereldberoemde Galápagoseilanden. Deze eilanden danken hun faam aan de misschien wel nog beroemdere wetenschapper Charles Darwin die er zijn ontdekkingen deed. Ook waren deze eilanden in 1959 de eerste om opgenomen te worden in de UNESCO Werlederfgoedlijst. Nu genoeg over het land en zijn wonderen, tijd voor het echte verhaal. Het kan zelfs wel eens het verhaal achter het verhaal zijn, want dat is tegenwoordig hip. Een blik achter de schermen wordt u aangeboden door 3 adolescenten op uitwisseling.

Op 4 september van het jaar des Heren 2013 begonnen 3 dappere Belgische jongelingen aan een ongelofelijk avontuur. Deze 3 niet door angst geteisterden heetten Annemarie, Mira en Bernd. Het afscheid van hun familie en vrienden viel hun heel zwaar. Hoe neem je tenslotte afscheid als je weet dat je een jaar later pas terugkomt? 'Allez tot noaste joare e' (ik kom uit het wondermooie West-Vlaanderen) kwam er heel droogjes uit bij mij, want ik wist echt niet hoe met de situatie om te gaan. Ik besloot voor de korte pijn te gaan en maakte er dan ook geen uren durend schouwspel van. In de transitzone sijpelt natuurlijk dan het idee binnen of dat wel de juiste keuze was, maar uiteindelijk is het dan toch al te laat. De reis was heel vreemd. De hele tijd voerden mijn gedachten een bittere en bloeddorstige strijd met elkaar in mijn hoofd. Waar ben ik aan begonnen? Was ik 'mulledroenke' als ik mij inschreef voor dit walgelijk domme idee? Aan de andere kant heerst er ook een grote spanning. Net dezelfde vraag 'waar bén ik eigenlijk aan begonnen?', maar dan op een goede manier als iets spannends, iets nieuws, iets onbekends, een nieuwe wereld waar je helemaal opnieuw kunt beginnen stond aan de andere kant op ons te wachten. Alsof we de opwinding die Cristobal Colón indertijd voelde opnieuw beleefden.

Na veel lopen, vliegen, rennen, vallen en weer opstaan zetten onze protagonisten voor het eerst voet op voor hen tot dan toe nog onbekende bodem. Iedereen ging mee met zijn nieuwe gastgezin. Ik echter niet, want ik had er nog geen. Dat deed me behoorlijk onzeker voelen. Ik zou voorlopig bij de 'area rep' voor Quito (verantwoordelijke van de regio) blijven tot een definitieve(re) oplossing was gevonden. Tot mijn grote verrassing werd er mij door Ximena (dat is haar naam) in de auto een klein papiertje in de hand gestopt met de woorden 'o juist, voor ik het vergeet, je hebt een gastfamilie'. Ik had bij wijze van noodoplossing een gastgezin voor 1 maand.

Nu, 8 maanden later, ben ik nog steeds trots lid van de familie Morales-Granda in de Arturo Meneses N24-94 y La Gasca, te Quito. Post is uiteraard altijd meer dan welkom :o). Het is tot nu toe al een heel speciaal jaar geweest. Aanpassen is behoorlijk moeilijk in het begin. De eerste maand zou ik zowat elke dag op het vliegtuig gestapt zijn. Ook al had ik de eerste week al meteen een leuke tijd met mijn gastbroer aan zee. De 'Honeymoon'-fase heb ik dus nooit ervaren. Iedereen is hier in zijn eigen wereldje en over het algemeen zijn de Serranos wat gesloten. De keren dat ik bekeken werd als een aap in een kooi als ik de weg vroeg, vallen niet bij te houden. Ik kon ook geen woord Spaans. Mijn eerste gesprek met mijn gastmama ging als volgt: 

-Maria: *vraagt geïnteresseerd dingen waar ik geen bal van begreep* 
-Ik: si, si, si.

(Mijn gastbroer kan Duits en Engels, dus we communiceerden in het Duits. Zo oefenden we dat beiden ook nog eens.) 

Hij vroeg me toen de volgende dag: 'Heeft jouw mama dan een restaurant?' 
Ik: 'Neen, wie heeft haar dat wel wijsgemaakt?'
Martin: 'Jij.'

Los van de psychologische problemen, zijn er dan ook nog de praktische. Alles ligt veel verder van elkaar en ergens naartoe gaan is dus vaak geen sinecure. Quito is een grootstad die een mooie 70km omvat in de lengte. In de breedte telt ze echter maar 4km. Quito telt 1,5 miljoen inwoners en heeft daarmee het op een na grootste aantal inwoners (Guayaquil telt er netjes 2 miljoen). Dat zijn veel mensen bijeen. De cultuur lijkt in de verste verte niet op die van ons. Echt alles is anders. Alles is wel enorm veel goedkoper. Mijn intern systeem had ook even nodig om zich aan te passen aan zijn nieuwe omgeving, maar die details zal ik u besparen. Om dit alles even te illustreren, som ik hier enkele voorbeelden op:

- Het verkeer: Op de rijvakken kunnen zoveel auto's als je zelf durft of fysiek voor mogelijk acht. Wanneer dit niet het geval is en er dus sprake is van een mooie metaalkleurige extra lijn in de andere auto, komen beide individuen uit de auto gekropen en beginnen te schreeuwen. Vervolgens wordt er achteraan luid getoeterd. Wanneer beide het er over eens zijn dat ze genoeg geschreeuwd hebben of het getoeter van de anderen niet meer aankunnen, gaan ze elk hun eigen weg en gaat het leven verder. Hier geldt voorrang aan de durver en de claxon is hier verre van decoratief.

-Over het eten: Rijst wordt hier verkocht in iets wat veel weg heeft van een zak cement, maar dan gevuld met rijst. De gemiddelde dagschotel bestaat hier dus uit rijst, bonen en een stuk kip. Je zal mij nooit horen zeggen dat dit niet lekker is, maar het gebrek aan variatie weegt!

-Het uitgaansleven: Als men hier een stapje in de wereld zet, dan danst men per 2. Er wordt altijd in paren gedanst. Je moet ook vlug zijn, want tegen 23u is het meeste al verkocht. Ecuadoranen kúnnen ook gewoon verschrikkelijk goed dansen en dat vormt/vormde voor mij toch een bijzonder groot probleem. Al doende leert men.

-Het openbaar vervoer: Het merendeel van de bussen zijn hier in tegenstelling tot België in handen van particuliere bedrijfjes en kosten bij wet 25ct per ritje. De chauffeurs hier maken er ook een punt van om er telkens een heuse race van te maken. In vol spitsuur cruisen de chauffeurs aan 50km/u om 50m verder enorm bruusk te moeten stoppen en jong en oud tegen de voorruit te plakken. Is het nog 100m naar de volgende halte, plankgas. Is het maar 2m meer, plankgas. Op de beruchte 'Trole' hoef je je echter geen zorgen te maken om te vallen. Deze bussen zitten namelijk zo overvol dat iedereen elkaar tegenhoudt. 'Je in groep verplaatsen heeft zo zijn voordelen' hoor ik de reclame van De Lijn nog dreunen.

-Om te drinken: De nationale pint en trots heet 'Pilsener'. Deze is tegen alle verwachtingen in behoorlijk lekker! Ik heb er natuurlijk slechts 1 maal van geproefd, want drinken mag eigenlijk niet van YFU.

Nu ben ik nog 2 maanden verwijderd van mijn terugkeer. Ik heb mijn leventje hier ondertussen min of meer opgebouwd en ik ben heel gelukkig in mijn gastfamilie. Ik heb dit jaar al veel geleerd en veel nieuwe (buitenlandse) vrienden gemaakt. Een uitwisselingsjaar is zeker een aanrader. Op veel momenten vloek je en denken dat het het allemaal niet waard is, maar als ik er nu op terugkijk ben ik veel gegroeid dit jaar. Tranen van geluk, van woede, van gemis, van ajuinen te snijden tijdens het maken van een pizza samen met alle leden van de familie, zowat alles is de revue al gepasseerd en zo hoort het ook. Een uitwisselingsjaar in welk land dan ook doet je je ogen openen en vooral inzien hoe goed wij het in België wel niet hebben. Om te eindigen vragen enkelen zich misschien af, 'Wat mis je eigenlijk het meeste aan België?' Dat is eigenlijk een heel makkelijke vraag. 'Ne grwôtn me ne bicky en n Omer'. Vrij vertaald naar het Nederlands: onze Belgische keuken is de beste van de wereld.

Ik hoop u een beetje geboeid te hebben. Op uitwisseling leer je dat je moet genieten van het leven. Of om het met een Terminator-quote te zeggen: 'Elke dag na deze is een geschenk, geniet ervan'.

Met deze gaan we eruit. Mijn eerste stappen naar beroemdheid zijn met deze verschijning in het Xchangekrantje gezet.

Hasta la vista, baby.

Bernd
(meer avonturen staan op berndinecuador.tk, overigens een heel toffe site! ;o) )"

dinsdag 18 maart 2014

Spondylus

Geachten

Na een hele tijd afwezig geweest te zijn op deze blog, ben ik er nu weer in aan het vliegen. Ik ben hier nu bijna 7 maanden. De tijd vliegt. Tempus fugit. El tiempo se fuga. Weldra ben ik een oude opa die met mijn kleinkinderen op de schoot ettelijke malen dezelfde verhalen over Ecuador telkens weer door hun kleine strotjes ram. Zoals iemand het (mss iets minder plastisch, maar toch) verwoordde.

Beginnen doen we op 19 januari. Alle studenten van YFU verzamelen zich alweer in Hostal de la Reina. Mijn gastbroer was vrijwilliger voor de reis. We vertrokken die nacht zelf nog om de hele nacht door te rijden en vervolgens dan uiteraard ook aan te komen. Dat was omstreeks 8u 's morgens. Het regende stron medaksjes. Kort nadat we aangekomen waren, hield het echter op met regenen en dus besloot ik het erop te wagen. Ik was als eerste op het strand en vond het geweldig. Verder kreeg iedereen een kamer toegewezen (die van mij was natuurlijk nog niet in orde, wat had u dan gedacht). Iedereen friste zich een beetje op en dan hadden we wat tijd vrij om in zee te zwemmen, hetgeen we dan ook deden.

In de namiddag bezochten we la comunidad de Agua Blanca in het Parque Nacional Machalilla. Een natuurgebied waar we veel vogels konden spotten en andere dieren. We maakten er een grote wandeling en bij de gelegenheid ook duizenden foto's. Op het einde van de wandeling wachtte er ons een kleine poel die water met sulfer bevatte. Daarin baden zou gezond zijn en de modder op je smeren en vervolgens laten drogen, zou je huid zachter maken en helpen tegen acne. De verschrikkelijke geur van rotte eieren kreeg je daar bovenop nog eens gratis bij! Terug in het hotel aten we en gingen er nog een op drinken of 2 zoals u ons kent.

De volgende dag bezochten we Isla de la Plata. Dit betekent zoveel als Zilvereiland. Zoals de fabelachtig klinkende naam misschien al deed vermoeden was dit vroeger een pirateneiland. Vele piraten lieten er hun goud en zilver achter om het later dan weer op te komen halen. Nu is het een natuurreservaat waar je een enorme verscheidenheid aan dieren vinden kan. Daaraan dankt het zijn bijnaam (apodo) 'Galápagos de los pobres' oftewel Galapagos van de armen. De befaamde piquero de patas azules (blauwvoetgent) is er ook in een grote hoeveelheid te vinden. Ze zijn er zelfs beter te zien dan in Galapagos zei mijn gastbroer Martín. Het was wel behoorlijk opmerkelijk dat ze naast je liepen en niet schrokken. Enkel tussen een moeder en haar jong/ei komen kon misschien wel een van uw mindere ideeën zijn. Verder was er ook nog een enkele fregatvogel. Aangezien het geen paarseizoen is, was er dus geen opgeblazen rode buik te zien en dus bijgevolg niks.

Na een lange wandeldag was het tijd om nattere oorden op te zoeken. We gingen snorkelen. Later waren we zo ver afgezwommen dat de boot ons moest komen halen. De stroming was behoorlijk sterk en macho's zoals mijn broer en ik zijn probeerden we die (tevergeefs) te overwinnen. Afgepeigerd kwamen we terug aan boord van de boot. We werden er echter beloond met het zien van zeeschildpadden - echt zoals Crash uit Finding Nemo - en even later vond een nog veel spectaculairder voorval plaats. Tijdens het terugkeren begon er plots een groep dolfijnen rond ons te zwemmen. Een 50-tal speelse rakkers beginnen langs de boot te zwemmen en een opschepper toverde zelfs enkele kunstjes uit zijn hoed! Ze volgden ons geruime tijd en we konden zelfs enkele kleine dolfijntjes spotten. Het grappige was dat de dolfijnen op het moment rechts van de boot zwommen. U denkt nu: wat is daar nu zo grappig aan, wel. We deelden de boot nog met enkele okra's. Deze zelfvoldane Parisiens hadden ook camera's bij zich en eenmaal de dolfijnen gespot waren, veerden ze allemaal recht en liepen naar de rechterkant van de boot. De gids riep bijna wanhopig om terug te gaan zitten om het evenwicht van de boot te bewaren en ons voor een gewisse dood te behoeden. Dit natuurlijk tot grote ergernis van onze okravrinden, die met tegenzin weer gingen zitten. De dag ging voorbij en ook 's avonds waren we op het strand in een hutje te vinden met een caipiriña en een spel kaarten.

De volgende dag bezochten we het bos van Pachoche. Daar herinner ik mij eigenlijk niet echt meer iets van. In de namiddag gingen we naar het strand  El Murcielago (De Vleermuis, nu zie ik veel mensen aha denken. Veel jongens leggen wss de link naar de Lamborghini Murcielago). El murcielago is een bekend strand in de grote stad Manta. Daar brachten we wat tijd door op het strand. Daar liep er een mono (letterlijk: aap, wordt gebruikt voor kustpiepel) met een T-shirt van Pilsener. Ik wou die T-shirt en heb hem van hem dan ook overgekocht. Verder een stranddag en we gingen terug naar Puerto Lopez waar de avond gelijkaardig verliep.

Donderdag. Op naar Montañita! Voor daar aan te komen bezochten we nog een kerk die op een hoog punt stond. Hierdoor kreeg je een fantastisch uitzicht over de baai. Ook staat de buurt gekend om kasten van villa's te bezitten. Die konden we dan ook zien van waar we stonden. Nog even later bezochten we nog een opvangcentrum voor aangespoelde, gewonde en dieren met nog andere problemen (al dan niet psychologisch). Enkele schildpadden die tussen de schroeven van boten terecht gekomen waren, werden er daar weer bovenop geholpen. In zoverre dat dat nog mogelijk was, want enkele waren behoorlijk toegetakeld. Ook schildpaddennesten probeerden ze zoveel mogelijk te laten overleven. Van een schildpaddennest met duizenden eieren bereiken er gemiddeld 1 à 2 de volwassenheid. Ze hebben een enorme hoeveelheid aan natuurlijke vijanden, maar eens ze volwassen zijn amper nog. Op een plankje waren er een tiental te vinden. Dood en voorzien van een verschrikkelijke rotte visgeur.

Montañita dus! Iedereen was er al de hele week over bezig. Een surferstrand vol superknappe meisjes en een hippiesfeertje. Beide klopten, een voorbeeld: een cafeetje heette Surfway met exact hetzelfde lettertype als Subway, de sandwichketen. Ook waren backpackers er troef! Alles was er echter verschrikkelijk duur. De meisjes waren vooral Argentijns, Chileense of gewoonweg gringo en bovendien nog eens voorzien van een dikke nek. Maar ach ja, 't was wel fijn om naar te kijken natuurlijk. Ik kocht me in Montañita een short met de kleuren van Ecuador en met het schild op de linkerkant. Ik word nog steeds af en toe gevraagd waar het vandaan komt. In Montañita wandelden we wat rond en zwommen ook in zee. De golven zijn er verschrikkelijk groot en sterk. Vandaar dat er ook surfwedstrijden gehouden worden. Deze lokken mensen van over heel de wereld aan. Montañita heeft naast een dagreputatie vooral een nachtreputatie. Deze kent YFU echter ook en dus zaten we 's avonds alweer op de bus richting Salinas. Daar zijn we met z'n allen uitgegaan in een bar en om 3u 's morgens besloten P, L, M en ik dat we zin hadden om te zwemmen. Hetgeen we dan ook deden en het was plezant.

De volgende morgen om 7u opstaan was lastig. Toen de ober er ook nog eens een race van maakte en met 1 bordje tegelijk afkwam voor 25 man... 't Leek wel een all-in. Vanuit Salinas gingen we naar Reserva el Morro, Isla de los Pájaros en een bezoekje aan een groepje dolfijnen. Isla de los Pájaros dankt zijn naam - hoe kan het ook anders- aan de enorme hoeveelheid fregatvogels die er te vinden zijn. De mangroven zijn er heel sterk en daardoor uiterst geschikt voor het bouwen van een gezellig nestje. Ook wordt er veel garnaal gekweekt in bekkens in de buurt. De combinatie van deze 2 factoren maakt dus dat het er daar stikt van de vogels. De gids zei ons hoeveel ongeveer, maar ik ben het vergeten. Het waren er stief vele en ik deed toch moeite om niet onder 1 te staan als hij net besloot om een nummertje te doen. We vaarden en vaarden met ons bootje naar waar we dolfijnen moesten zien. Die waren er ook effectief, maar het kon niet tippen aan hetgeen we gezien hadden bij Isla de la Plata.

Van daar dus naar onze eindbestemming: Guayaquil. Daar aangekomen bezochten we de belangrijkste dingen: Parque de los Iguanas, kerken, Malecon etc. Guayaquil bezit een park waar er letterlijk leguanen in rondlopen. Deze werden hen ooit geschonken door de Chinese overheid -of een andere spleetoog kan ook, ik weet het niet echt meer-. Daar bezochten we ook nog een bekende kerk. Dan naar de Malecon een superlang en modern soort dijk die uitloopt in x aantal trappen met als kers op de taart een vuurtoren. Het was behoorlijk lastig. Onderweg werden we even gevolgd door een of andere ongure typ die besloot dat het waarschijnlijk niet meer zou lukken die avond als Carl foto's begon te nemen van hem. Hij deed wel nog de moeite een pose aan te nemen en skeurde vervolgens zien puste. Als je ooit bovenaan die vuurtoren komt: zit nooit per ongeluk met je been tegen de spot's, want er zit verliesstroom op. Er zit héél veel verliesstroom op, want mijn arm trok samen. Verder gingen we naar het Hotel, want Guayaquil is behoorlijk gevaarlijk. Guayacos en Quiteños schieten niet zo goed met elkaar op. De situatie is vergelijkbaar met Antwerpen en West-Vlaanderen. De Guayacos zijn jaloers op ons, Quiteños en ze kunnen zelf niet klappen.

De volgende dag 10u in de bus met onze übersympathieke buschauffeur Julio. Aangekomen in Quito ging ik naar huis en de kous was af. Het was een enorm toffe reis die net als alle reizen veel te vlug voorbij is gegaan. Leonie, Laura en ik gingen de volgende dag nog naar de Teleferico en dat was ook leuk. Enkel een beetje frisjes, maar goed!

Ik groet u. Verhaal over Cuenca, Puerto Lopez (waar ik niet was) en Ruta de los Vulcanos volgen. Hasta la victoria.




maandag 6 januari 2014

Ja game begunn of oe skjit da.

Beste vrienden, sympathisanten en ander uitschot

Ik ben hier weer! Vandaag is het exact 4 maanden dat ik in dit prachtige land met zijn fantastische natuur en fantastische mensen vertoef. Met Johny Turbo, the legend never dies, op de achtergrond en een pak goede moed begin ik aan dit volgende blogbericht. Hetgeen ik hier zal bespreken som ik even kort op (deels om het mezelf wat makkelijker en chronologisch te maken, lege fak die ik ben).
- 6 december, Fiestas de Quito
- Novena
- Kerstmis
- Nieuwjaar
- Post

Op 6 december 1534 werd Quito gesticht (meer info). Om dit te vieren zijn er elk jaar op 5 & 6 december 'Fiestas de Quito'. Dit betekent zoveel als Quitofeesten of vrij vertaald: iedereen komt op straat drinkt zich 'kattelam' en zorgt dat de politie het niet ziet, want drinken op straat is sinds enkele jaren verboden. Veel Quiteños gaan dus naar bars, huizen of kopen zich zo'n zwart plastic zakje. Met andere woorden: goedkope kort'n drank troef! Er zijn veel gratis concerten. Een Duitse vriend (stel je voor na 60 jaar) kwam over vanuit Ambato om deze speciale culturele gebeurtenis te vieren. We gingen naar het park 'Bicentenario'. Dit is de oude luchthaven die gesitueerd is in het midden van de hoofdstad. De nieuwe luchthaven ligt even buiten het effectieve centrum. Daar was er een optreden van iemand die in het Spaans zong. Het beviel ons niet en dus kochten we 2 pintjes en besloten de avond dan ook op die manier.

De volgende dag gingen we met mijn gezin, Paul (de mo- euh Duitser nvdr.), mijn nicht Renata en 5 Belgische meisjes op stap om de cultuur van binnenuit te beleven. Mijn nicht Renata is voor een maand of 3 naar België geweest op uitwisseling. Daar leerde ze deze meisjes kennen die nu op hun eentje doorheen Latijns Amerika aan het reizen zijn. Het was een heel culturele avond. We observeerden nauwgezet de op het ritme bewegende inboorlingen. Dit lukte me amper tot niet en dus genoot ik maar gewoon wat van de folklore op mijn manier. De studie eindigde rond 2u30, want alle clubs moeten dan sluiten. Het dansen had Paul veel moeite gekost en hij was dus heel moe. Hij sliep in mijn bed op een manier die mij niet toestond ook te slapen. We recapituleerden dus nog tot 5u in mijn broer's kamer over wat we allemaal gezien hadden en mijn broer en zus gaven tekst en uitleg bij de lokale gewoonten. De volgende morgen bezochten Paul en ik nog de Teleférico. We namen wat foto's en afscheid en we lieten dit leerrijke weekend achter ons.

Met Kerstmis in aantocht worden net als hier de huizen, de straten etc. versierd met allerlei kitschtoestanden. Een wereldwijde PITA, maar wat doe je eraan? 9 dagen voor Kerstmis start de 'Novena'. Nueve is negen in het Spaans. 9 dagen voor Kerstmis dus wordt er elke dag bij een ander lid van de familie samengekomen om te bidden en kerstliederen te zingen. 'Villancicos' of iets dergelijks heten die liederen. Elke dag komt men dus bij iemand anders samen die dan eten en drinken voorziet (heel vaak dat laatste in overvloedige vorm). In mijn geval was het telkens bij de familie van mijn gastmoeder's kant. Zo leerde ik die zijde van de familie dus kennen. Het was ook vreemd om de gebeden die we als kind zo vaak moesten herhalen in het Spaans te horen. Verder valt er daar niet zo veel meer over te vertellen dus verspil ik uw kostbare tijd niet langer en ga ik over naar het volgende.

Kerstavond. De laatste dag van de Novena is kerstavond of liever kerstmiddag. We kwamen samen voor een uitgebreid middagmaal met moeder's kant van de familie. Cadeaus werden gegeven. De mannen zetten zich buiten te roken als Turken en voeren politieke gesprekken en jennen elkaar zoals het stereotype mannelijke Kommomaangesprek uit observatie gebleken gaat. Uiteraard hoort er bij dat eerste ook bier en daarna wijn. De vrouwen deden binnen hetzelfde, maar als man is het moeilijker om onopgemerkt die gemeenschap binnen te dringen. Veel informatie kan ik u dus niet geven over het verloop van deze gesprekken. Mijn nicht Melissa (20) is zwanger. Daar zal er dus wel het een en het ander over gezegd geweest zijn! Ik had een gesprek over politiek. Iets specifieker: Europa versus Latijns Amerika. Mijn gastvader, een nonkel en ik waren in een verhit debat verwikkeld, maar het was wel uitermate interessant. Veel mensen zijn hier namelijk nogal anti-alles-dat-niet-Ecuadoraans-is. Dit was in dit gesprek echter niet het geval en dus verliep het fijn. We praatten ook veel over films. Het gezelschap gaf me een boel namen van Spaanse films die ik zeker eens moet bekijken. Dit ben ik zeker nog van plan, want de Spaanse cinema is rijk aan enkele pareltjes! Ik raadde hen dan weer enkele Belgische films aan. 1 van die films hebben we zelfs thuis heb ik gezien! "De rouille et d'os" zit in de collectie van mijn gastvader en hij is er heel lovend over. Allez kortom, vive le republique. Rond 22u was het feest afgelopen en iedereen ging moe maar voldaan naar huis.

Met Kerstmis gingen waar naar de kant van mijn gastmoeder. Met Nieuwjaar is het hier dan de gewoonte de andere kant te bezoeken. De kant van mijn gastvader woont in Apuela. Apuela is dat dorpje dat zelfs nog kleiner is dan Bavikhove op de rand van de Sierra en de Oriente. We speelden er voetbal en basket met de 'barones' oftewel de echte mannen. Ja zelfs mijn nonkel en mijn gastvader speelden mee! Het was bijna of geheel Apuela deelnam. La copa de Apuela werd beslecht in een verlies voor mijn team. Natuurlijk ging het niet op anders hadden we gewonnen. De familie is heel muzikaal en elke avond werden liedjes gezongen en gespeeld op de gitaar en de piano. De whisky vloeide rijkelijk. Ik hou daar niet van en hield het dus bij een glaasje wijn. 1 avond werd gewijd aan het spelen (en voor mij vooral het aanleren) van Quarenta. Dit is Spaans voor 40 en het doel is ook heel eenvoudig om het eerst 40 punten behalen. 2 tafels vol ijverige kaarters. Het spel 40 wordt vooral met de mond gespeeld, want voor het eigenlijke spel heeft men vooral een ferme dosis geluk nodig. Joder is de vulgaire vorm van het Spaanse molestar. Wat dat betekent kan u op internet of in elke doorsnee woordenboek vinden. No me jodes viel dus wel enkele keren, maar dat is op zich wel grappig. Even later verzamelde ik een groepje van 4 die het even gehad had met 40 en dus legde ik hen 'Manillen' uit. Na enkele rondes begonnen ze het te vatten en in het 2de spel begon de tactiek ook al wat op te komen. Heel fijn was dat eens terug Manillen.

We beklommen ook de Berg met het gezicht. Deze kunt u op mijn facebookpagina terugvinden in het album 'Speedy Morales'. Links op de foto kan je de weg zien de we aflegden. Het was bloedheet en er was geen schaduw, want de bergflank lag in de volle zon op dat moment. We kwamen ook nog een partij wespen tegen. Ik werd me niks gewaar tot mijn broer mij erop wees dat ik heel traag voorbij moest komen. Als je al bang bent van insecten in Europa ga je hier al huilend naar huis. Een 5-tal steken van deze wespensoort en ze mogen je put beginnen graven vertelde mijn broer me. Ik raakte er zonder kleerscheuren voorbij. Na een dik uur geklommen te hebben, kwamen we aan in Pueblo Viejo of Oud Dorp. De mensen die daar wonen doen de weg die wij deden soms dagelijks (als je doortèrt ben je er in 20 minuten, maar dan moet je ervaren zijn en ook heel vroeg als het nog fris is). Er is ook een 'autoweg' aan de andere kant van de berg, maar niet iedereen heeft een auto. Het uitzicht was fantastisch. We gingen tot helemaal de top. Ik had mijn rugzak meegenomen omdat ik dacht dat we achteraf gingen zwemmen in de rivier. Iedereen wilde zijn dingen dus in mijn rugzak steken en ik had daar ook geen probleem mee. Als ik dan die rugzak afdeed voelde ik plots hoeveel ik wel niet mee had. We gingen op zoek naar 'bolos', een soort grenadineachtige drank met ijs. Het winkeltje was dicht en we wandelden naar 'la punta' ofwel de effectieve top van de berg. Dit bleek behoorlijk vlak te zijn. Daar aangekomen vroegen we het vriendelijke mevrouwtje die haar kleren aan het wassen was of dit 'la punta' was. Haar antwoord was ja. Verder was er daar dus echt niks en een vrachtwagen vroeg of hij ons moest meenemen. We beleefden de rit terug dus achterin een vrachtwagen met de wind in de haren. Een geweldige ervaring was dat. Ik hield er wel serieuze hoofdpijn aan over. Eerst dacht ik aan een zonneslag, maar zonder koorts was het waarschijnlijk gewoon de bovenmenselijke inspanning die ik geleverd had in combinatie met de ondraaglijke hitte.

Nieuwjaarsavond! Met Nieuwjaarsavond is het de gewoonte van net als over in de wereld heel veel te drinken. De Ecuadoranen zijn pro's in het stoken van goedkope drank. Een typische Ecuadoraanse drank is 'Canelasso' of zoals ik het noem 'Canel-asco'. Heel vies en het werkt iets te goed. Ik kon natuurlijk niet nee zeggen, want dat is onbeleefd. Ik hield me dus sterk en dronk mee. Iedereen van Apuela en de omliggende dorpjes kwam samen op het plein. Het leek wel Samson & Gert. Iedereen danste en mijn broer had duidelijk prijs bij een meisje. Hij is er dan ook tot 8u 's morgens bij gebleven. Ik besprak mijn vriendschap met Naty, want ik kan niet dansen en had er ook geen zin in. 't Was Lucas' verjaardag en daar vertelde ik Naty over. Het was een feest tot in de vroege uurtjes zoals het hoort. De dag zelf waren we druk in de weer met de pop of 'monigote'. Elk jaar wordt er van oude kleren en vulling van bladeren van een boom waarvan ik de naam alweer vergeten ben een monigote gemaakt. Deze wordt naar iemand genoemd en dit jaar was het neef Andy. Dit zou hem geluk brengen. Iets voor middernacht wordt het Testament van 2013 voorgelezen. Dit is een rijmende redevoering van alle dingen die gebeurd zijn tijdens het jaar op een grappige manier. Dit testament werd gemaakt door nonkel Bayron en mijn oudste broer Hernán. Hierna, om exact 12u dus, worden alle poppen van alle families op straat verbrand. Een straat verder had iemand een larger-than-lifepop gemaakt van president Correa.  Iedereen die wilde sprong over het vuur, want dat brengt geluk. Ik met mijn Chiroshort aan waagde ook een sprong en dat verliep op enkele verschroeide beenharen na goed af. De volgende dag gingen we naar huis en dat was dat.

Ik kreeg deze maand ook weer post! Altijd fijn post te krijgen en mijn oprechte en diepste excuses dat ik al degene die de moeite gedaan hebben mij iets te sturen nog altijd niet beantwoord heb! De familie Moeyaert heeft zijn post-naar-Latijns-Amerika-sturenvaardigheden duidelijk al beter ontwikkeld dan de Viaenes! Desalniettemin kwamen beide pakketjes terecht. Een doosje merci's (merci daarvoor) en een Kuifjestrip in Kortrijks West-Vlaamse uitvoering (stief wel bedankt da vwôrn). Bon, ik ga afronden. Ik denk dat ik alles verteld heb. Morgen start de school weer. Bah.

Hasta la vista!

Bernd

PS: Dit schrijvende is het voor de eerste keer in weken weer aan het regenen!