Eerder deze week zag in Planckendael een leeuwin haar kans
schoon om het hazenpad te nemen. Even later lag ze zo dood als een pier op een
van de kronkelige gebetonneerde paadjes van het dierenpark. De nieuwsgierigheid
van de koningin van de savanneafdeling werd beloond met een blauwe boon nadat
de medewerkers van het park vruchteloos hadden geprobeerd om het dier te
verdoven.
De dood van de leeuwin leek vooral een grote ramp voor de
inhoud van de vele schoolbussen die op de parking stonden te wachten om binnen
te mogen. Je kunt het die kinderen natuurlijk niet kwalijk nemen, maar als je er
echt eens goed over nadenkt, is er me dunkt toch iets mis. Als een leeuw in een
kooi is een grijsgedraaid Zeugenfeestennummer met een negatieve connotatie. Het
mag duidelijk wezen dat die metafoor bedoeld is om een hulpeloze situatie voor
een mens uit te drukken. Waarom zouden die dieren dat minder zo ervaren, ons de
arrogantie toe-eigenend dat we weten wat dieren voelen? Of hebben die beesten
misschien net als mijn kater Pastis niets liever dan dat ze hun dagen mogen
doorbrengen op eenzelfde warme steen in de zon en janken om eten?
De onvermijdelijke discussie die nu her en der weer opgepikt
wordt, is de volgende: is de zoo nog van deze tijd? Kan dat nog, een dergelijke
vorm van entertainment waarin de gewone mens aan de kapitalist geld geeft om
als een kudde schaapjes van kooi naar kooi te lopen en interessante weetjes op
te vangen waarmee hij aan de eettafel kan opscheppen? Dat alles voor de democratische
prijs van een gemiddeld dagloon. Een pretpark wordt als marginaal beschouwd, een
dierentuin is dan weer educatiever verantwoord als schoolreis. Ik ben niet
overtuigd en toch is een dagje naar de zoo leuk.
Natuurlijk helpen dierentuinen over de hele wereld om kinderen
te tonen hoe een dier er in het echt uitziet en bovendien steken ze veel geld
in kweekprogramma’s. Mochten de dieren niet meer opbrengen zoals dat nu wel het
geval is, zouden die onvermijdelijk afzwakken en aan NGO’s overgelaten worden.
Een parallel die we in de farmaceutica ook zouden zien. Alle dieren vrij kunnen
we natuurlijk ook doortrekken en ons afvragen of huisdieren ook nog wel toegelaten
zijn. Ja, maar meneer, die vlooienbaal heeft een luizenleven.
Er is voer voor de dieren, maar ook voor discussie. Ik moet
toegeven dat die kat van mij het wel naar zijn zin lijkt te hebben en wie weet
denken die leeuwen ook gewoon: ‘amai, zie ze daar allemaal lopen achter de
tralies. Aanschuiven tot buiten en onderweg een pakje diabetes met extra
cholesterol naar binnen werken. *brult* Nog een vette T-bonesteak voor mij en
dat mag vooruitgaan!”